Het natuurgebied bestaat uit 3 deelgebieden gelegen tussen Pannerden en Loo, namelijk de Loowaard, Kandiawaard en Groene Rivier/Zorgdijkplas. De totale oppervlakte van de gebieden is ca. 190 ha. In opdracht van Staatsbosbeheer verzorgt de SSR het beheer van de kuddes runderen en paarden in de gebieden. Dit doet de SSR in samenwerking met lokale boeren. De kuddebeheerder in het veld is een lokale boer die het gebied goed kent.

Het deelgebied Loowaard bij het plaatsje Loo wordt al jarenlang beheerd met jaarrondbegrazing. Deelgebied Groene Rivier ligt aan de rechteroever van het Pannerdensch Kanaal, tussen Pannerden en Kandia. De Groene Rivier is een belangrijke schakel in de waterverdeling van de Rijntakken. De Pannerdense Overlaat is een belangrijke ‘regelknop’, die de waterafvoer richting Neder-Rijn en IJssel remt. Bij zeer hoge waterstanden bij Lobith stroomt het water vanuit de Lobberdense Waard over de Pannerdense Overlaat en stroomt het door de Groene Rivier mee. Waterstandverlaging is gerealiseerd door het verlagen van de zomerkade bij Kandia en het graven van een geïsoleerde strang. Om de natuur te ontwikkelen is in deelgebied De Groene Rivier in 2022 gestart met jaarrondbegrazing.

De kuddes met Gallowayrunderen en Konikpaarden lopen jaarrond in de gebieden. Door het grazen van de dieren blijft het gebied open. Er ontstaat een mozaïek van grazige vegetaties, struiken en bossages. Voor de doorstroming bij hoog water is het belangrijk dat de vegetatie de doorstroming van het rivierwater niet belemmert. De gebieden dienen redelijk open te blijven met kruidenrijke graslanden om dit te waarborgen. 

De runderen en paarden zorgen ervoor dat de gebieden niet dichtgroeien met bomen en struiken. Een (half)open landschap herbergt vele unieke flora en fauna. Als het gras stopt met groeien in de winter moeten de dieren ook op zoek naar ander voedsel. Ze eten takken, bladeren en bast van bomen en struiken. Op deze manier zorgen de grazers ervoor dat er niet teveel bomen en struiken in het gebied komen. Het landschap wordt hierdoor een afwisselend mozaïek.

De dieren hebben een zo natuurlijk mogelijk leven en worden zoveel mogelijk met rust gelaten. Het zijn zelfredzame dieren die zelf hun voedsel kunnen vinden.

De gebieden zijn (grotendeels) toegankelijk voor wandelaars die er rond kunnen struinen. Bezoekers kunnen Gallowayrunderen en Konikpaarden tegenkomen.